Vasse – Braamberg, Tutenberg, Galgenberg (18 km)

De afgebeelde foto’s zijn gemaakt tijdens de wandeling en geven een impressie van de route.

We parkeren bij watermolen ‘De Bels’ en kunnen gelijk genieten van het infocentrum ‘IJs en Es’. Het geeft een mooi beeld van hoe de ijstijd heeft huisgehouden en wat er is achtergebleven toen het ijs is verdwenen.

Vervolgens steek je over en loop je binnen bij watermolen ‘De Bels’, dat zowel een restaurant als een museum huisvest. Binnen kun je de geschiedenis van de watermolen bekijken en zie je dat vroeger men niet met de waterpas een deur plaatste (of is deze gewoon scheefgezakt, wie zal het zeggen).

Zodra je de watermolen hebt verlaten passeer je typisch Twents landschap, maar ook plekken waar je moet zoeken naar een droge doorgang. Het heeft de laatste tijd redelijk geregend en dus staan er overal plassen. Ach, de leuke doorkijkjes naar boerderijen vergoedt een heleboel.

We lopen door Vasse met zijn fraaie kerk en buiten de plaats volgen we de ‘Mosbeek’, soms bijna niet te zien maar wel te horen aan het gekabbel van het water.

Voordat we een heidegebied passeren moeten we over een wildrooster. Hier vinden we drie opties om te gebruiken: 1.  Het voetgangershek, 2. Het wildrooster, 3. Het ruiterpad. Dit ruiterpad is wel heel leuk gemaakt. Al zittend op het paard kan de ruiter aan een wiel draaien en gaat de poort open, vervolgens gaat hij door de poort en sluit het hek weer door aan het tweede wiel te draaien. Aan de andere kant van het heidegebied vinden eenzelfde doorgang.

Hierna zien we het meest zuidelijke hunebed van Nederland. En dan komen we op een groter heidegebied aan. Hier zijn ook de Mander-cirkels te vinden. Omdat de boer geen zin had om te keren bleef hij rondmaaien en zo zijn deze cirkels ontstaan. De eerste heeft een verhoogde rand en in de tweede cirkel zie je een mooi eilandje met struikgewas. Het zijn wel behoorlijk grote cirkels beseffen we als we dwars over de eerste cirkel de route volgen. In dit gebied lopen ook de koeien rond, dus is het altijd even opletten geblazen, zodat je ze niet dwarszit.

De route gaat ook over een stuk Duits grondgebied. Aan de grenspaal kunnen we zien wanneer we in Duitsland komen. We slingeren langs de grens en als we een provinciale weg oversteken kijken we links Duitsland in en rechts naar Nederland. In het stuk (voor ons niemandsland, niet precies wetend tot welk land het behoort) tussen de beide landborden zie je fraaie arbeidershuisjes. Al wandelend langs de grens zie je aan de Duitse kant een zandafgraving, terwijl aan de Nederlandse kant alleen bos te vinden is.

De route vervolgend komen we op de top van de laatste berg, de Galgenberg, met een uitzicht op veel kap-werk. Hier wordt onderhoud gepleegd om de heide wat meer ruimte te geven. Als je af en toe een pauze wilt houden kan dat op de gesponsorde bankjes, je komt ze wel vaker tegen onderweg.

Voordat we weer terug zijn bij ons beginpunt passeren we een zogenaamde commiezenhut. Dit werd vroeger gebruikt om uit het weer te staan en wat warmer de nacht door te komen, terwijl de grens in de gaten werd gehouden om smokkelaars geen kans te geven.

Al met al een hele leuke route met veel kijkpunten.
We hebben weer lekker gewandeld.